Rampspoed door bezuinigingen bij de universiteit
Blog: Dorsman doet een boekje open
Stel, je krijgt als universiteit van het ministerie te horen dat er 70.000 gulden bezuinigd moet worden. En je budget is ook 70.000 gulden. Wat denk je dan? Juist: ik word opgeheven. Dat overkwam de Utrechtse universiteit in 1848. Het was niet voor het eerst dat dergelijke rampspoed het voortbestaan van de Universiteit Utrecht bedreigde. En zoals wij nu weten: ook niet voor het laatst.
De universiteit met degradatie en opheffing bedreigd
De eerste serieuze bedreiging dateert van 1810, toen de Franse bezetter de universiteit degradeerde tot école secondaire. Het was nog steeds een universiteit, maar ze mocht geen graden meer verlenen en, o gruwel, ze was ondergeschikt aan de Leidse universiteit.
Gelukkig werd de situatie in 1815 weer hersteld, maar rond 1840 doken opnieuw geruchten op. De universiteit zou zelfs worden opgeheven, omdat er in Utrecht als gevolg van het beëindigen van de rooms-katholieke achterstelling een bisdom en een seminarie zouden komen. En twee instellingen voor hoger onderwijs in een relatief kleine stad als Utrecht werd wat veel gevonden.
Ook deze storm waaide over, maar nog geen tien jaar later, in 1848 om precies te zijn, was het weer raak. Dit keer met de bezuiniging van 70.000 gulden: het totale budget van de Universiteit Utrecht. Nu had Groningen eenzelfde budget, maar het was duidelijk dat zij noordelijk Nederland bediende en behouden moest blijven.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw hebben de universiteiten zich tegen elkaar laten uitspelen, laten we daar nu voor oppassen.
Leiden had een groter budget, maar werd gezien als een beloning van Willem van Oranje voor het doorzettingsvermogen tijdens het beleg van Leiden in 1574. Daardoor was Leiden dus voor eeuwig onaantastbaar. Bovendien werd in rap tempo een spoorwegnet aangelegd, waardoor Leiden steeds beter bereikbaar werd.
Opheffen kost de economie ‘tonnen gouds’
Om de ramp te keren, verscheen een stortvloed aan brochures die de rechten van Utrecht verdedigden. De gemeenteraad stuurde een brandbrief aan de regering en de gouverneur van de provincie sprak persoonlijk met de koning. Niet de universiteit zelf, maar de economische gevolgen waren het argument.
Uitgerekend was dat de opheffing van de universiteit, een half miljoen gulden uit de stedelijke economie zou halen. ‘Tonnen gouds’, zoals dat heette. 220 gezinnen zouden hun inwonende studenten kwijtraken en meer dan 300 ‘dienstbaren’ zouden hun betrekking verliezen. De professoren zouden bovendien op wachtgeld gaan en wat kostte dat dan wel niet?
Een Groningse truc redde ook Utrecht
Gelukkig bleek de soep niet zo heet gegeten te worden. De bezuinigingen waaiden over en weer kon Utrecht opgelucht ademhalen. Totdat in 1882 de politiek leider van de rooms-katholieken Herman Schaepman bedacht dat een katholieke universiteit ook wel mooi zou zijn. De protestanten hadden inmiddels hun eigen, door hen zelf gefinancierde, Vrije Universiteit – dus waarom de katholieken niet?
Inmiddels was naast de universiteiten van Leiden, Groningen en Utrecht het Amsterdamse Athenaeum Illustre tot stadsuniversiteit verheven. Met nóg een universiteit erbij zou Schaepman misschien minder kans maken. Zonder het daar expliciet over te hebben diende hij in 1882 een motie in de Tweede Kamer in dat met het oog op ‘s lands beroerde financiën twee rijksuniversiteiten wel genoeg waren.
In Utrecht werd voor de zoveelste keer weer achter de oren gekrabd, maar nu werd een list bedacht. Ze herhaalden een truc die de Groningers in 1849 al hadden toegepast: het neerzetten van een fraai Academiegebouw. Mochten plannen om Utrecht op te heffen ooit concreet worden, dan zou dat enorme kapitaalvernietiging zijn.
Uitgerekend was dat de opheffing van de universiteit, een half miljoen gulden zou kosten. ‘Tonnen gouds’, zoals dat heette.
Zo gezegd zo gedaan. In 1886, bij haar 250ste verjaardag, kreeg de universiteit door de burgerij een academiegebouw aangeboden. Het gebouw werd in 1894 geopend en is nog steeds midden in de stad het smoel van de Universiteit Utrecht.
Ongekende bezuinigingen in de jaren tachtig
Bezuinigingen speelden ook in de jaren daarna wel een rol, maar in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de universiteit zwaarder getroffen dan ooit. Honderd jaar na het schot voor de boeg van Schaepman bezuinigde het toenmalige kabinet massief en ongekend met honderden miljoenen guldens. Die bezuinigingen grepen in twee berucht geworden operaties diep in, niet alleen in het universitaire leven, maar zeker ook in het persoonlijk leven van veel medewerkers.
De afkortingen van die operaties TVC (Taakverdeling en Concentratie) en SKG (Selectieve Krimp en Groei) doen sommigen nog de rillingen over de rug lopen. Er deden bovendien geruchten de ronde dat het academisch ziekenhuis opgeheven zou worden. Dat is uiteindelijk niet gebeurd, maar wel verdween de hele sub-faculteit Tandheelkunde uit Utrecht. Daarnaast werd vooral de Letterenfaculteit zwaar getroffen: Archeologie werd opgeheven, evenals Sanskriet, Klassieke talen, Oud-Germaans, Scandinavische talen en Fries.
Lessen uit het verleden
En nu staan we samen weer voor de afgrond. Zijn er lessen te leren uit het verleden? Historici zijn huiverig voor die gedachte, want het verleden herhaalt zich niet. Altijd zijn de omstandigheden anders. Maar toch. In de jaren tachtig van de vorige eeuw hebben de universiteiten zich tegen elkaar laten uitspelen, laten we daar nu voor oppassen.
En als er toch een les geleerd moet worden: in 1886 werd met de bouw van het Academiegebouw voor de vlucht naar voren gekozen. In de jaren tachtig van de twintigste eeuw werd met de politiek een deal gesloten: wij gaan akkoord met de bezuinigingen, maar in ruil willen we investeringsgeld voor het opzetten van brede liberal arts-achtige opleidingen: Algemene Letteren en Algemene Sociale Wetenschappen. Ik heb er destijds mijn baan aan te danken gehad. Is er niet weer iets revolutionair vernieuwends te bedenken, iets wat nog nooit eerder vertoond is?
Dorsman doet een boekje open
Van de duizenden mensen die bij de Universiteit Utrecht werken en studeren, weten steeds minder iets over de geschiedenis van deze instelling. Dat kan beter. Leen Dorsman was tot 1 augustus 2022 hoogleraar Universiteitsgeschiedenis. Op UU.nl vertelt hij maandelijks iets wat je wilt of moet weten over de lange geschiedenis van de universiteit.