"Nederland zou voorbeeldfunctie kunnen hebben"

Student Diergeneeskunde over het keuzevak Duurzaamheid als wereldbeeld

De faculteit Diergeneeskunde besteedt in het onderwijs en onderzoek steeds meer aandacht aan Duurzaamheid. Jette van Kooten wilde meer en volgde het keuzevak ‘Duurzaamheid als wereldbeeld’ aan de faculteit Geowetenschappen. Ze beveelt het van harte aan. Hieronder het interview dat ze gaf aan het Tijdschrift voor Diergeneeskunde. ‘Nederland zou voorbeeldfunctie kunnen hebben’

Landbouwhuisdierenstudent Jette van Kooten volgde – als enige diergeneeskundestudent dit jaar – gedurende tien weken het keuzevak ‘Duurzaamheid als wereldbeeld’ aan de faculteit Geowetenschappen. Ze zou het aanbevelen aan andere studenten Diergeneeskunde, juist degenen die voor landbouwhuisdieren hebben gekozen. “Die komen na hun studie in een wereld terecht die niet heel duurzaam is, maar zouden wel kunnen helpen die duurzaam te maken.”

“Het vak ‘Duurzaamheid als wereldbeeld’ wordt sinds een paar jaar voor de hele universiteit aangeboden”, weet Jette van Kooten. “Dus alle studenten mogen het volgen. Het wordt in de avonduren gegeven, zodat het ook toegankelijk is voor studenten die overdag ander onderwijs hebben.” Het keuzevak heeft als insteek studenten kennis te laten maken met het begrip duurzaamheid. “We leerden duurzaamheidsproblemen te herkennen en te bekijken wat je ermee zou kunnen om ze op te lossen.”

Studente Diergeneeskunde zit gehurkt bij een aantal koeien in de stal die hooi aan het eten zijn.
Jette van Kooten, student Diergeneeskunde (specialisatie landbouwhuisdieren)

Lezingen en werkgroepen

Het programma bestond uit een wekelijkse lezing, vanuit het ‘studium generale’-programma, met sprekers van de Universiteit Utrecht en van buiten de universiteit. Jette: “Het thema van dit jaar was: ‘Kantelpunten in het klimaat’. De reeks begon met een inleiding over kantelpunten en daarna volgden lezingen over de opwarming van de oceanen, bijen, klimaatpolitiek en ‘degrowth’. Sommige onderwerpen waren behoorlijk confronterend, maar elke lezing eindigde hoopvol, met wat we er als toehoorders zelf aan konden doen.”

Verder was er om de week een werkgroep. De meeste werkgroepen werden besteed aan een groepsproject. “In dat project werkten we in een groepje een duurzaamheidsprobleem uit”, vertelt Jette. “Dat kon alle kanten op.” In andere werkcolleges leerden de deelnemers hoe ze een duurzaamheidsprobleem moesten beschrijven en hoe mogelijke oplossingsrichtingen te achterhalen waren. “Een interdisciplinaire aanpak bleek belangrijk,” aldus Jette. “Duurzaamheidsproblemen zijn van meerdere kanten te bekijken. Zo zit er een sociaal aspect aan. Niet iedereen heeft dezelfde belangen, dus zijn oplossingen niet eenvoudig door te voeren.” Daarom werden analyses uitgevoerd zoals een ‘stakeholder’-analyse en het ‘dpsir’-model (drivers, pressures, state, impact and response model of intervention) – deze laatste is een manier om de interacties tussen samenleving en omgeving inzichtelijk te maken.

De groep van Jette koos ervoor een onderwerp uit de diergeneeskunde te analyseren, namelijk de melkproductie in Nederland. “Daarbij was de aandrijver de vraag naar melk uit de maatschappij. Die leidt tot de uitstoot van stikstof en methaan. De resulterende toestand is er een van eutrofiëring van het milieu. Dat heeft het verlies van biodiversiteit als gevolg. Een respons zou kunnen zijn te kiezen voor natuur-inclusieve landbouw.”

Ik zal me niet snel aan een snelweg vastlijmen. Ik realiseer me dat veehouderij in een circulair systeem een belangrijke rol heeft, al was het alleen maar voor de reststromen.

Student Diergeneeskunde Jette van Kooten

Duurzaam als dierenarts

Jette volgt de master Landbouwhuisdieren en wil gaan werken als landbouwhuisdierenarts. “Ik vind het een leuk vakgebied, maar ik realiseer me ook wat impact is van de veehouderij op het klimaat.” Tijdens haar opleiding was er weinig aandacht voor duurzaamheid. “Ik heb begrepen dat er in de nieuwe master wel een vak ‘sustainability’ wordt gegeven. Dat vind ik een goede zaak, want als je een hogere opleiding hebt gevolgd, moet je iets over duurzaamheid weten en er een mening over hebben.”

Hoewel Jette dit jaar de enige student Diergeneeskunde was die het keuzevak volgde, ziet ze zichzelf niet als een klimaatactivist. “Ik zal me niet snel aan een snelweg vastlijmen. Ik realiseer me dat veehouderij in een circulair systeem een belangrijke rol heeft, al was het alleen maar voor de reststromen. Ik ben dan ook geen vegetariër, maar waarom zou ik elke dag vlees moeten eten? Het is goed om over dat soort vragen na te denken.” Ze hoopt dat ze na haar afstuderen met de kennis uit dit vak veehouders kan helpen als boer te kunnen blijven werken, maar daarbij het milieu in het achterhoofd te houden. “Het is nooit de bedoeling mensen kwalijk te nemen dat ze niet op een duurzame manier te werk gaan,” benadrukt Jette. “In plaats daarvan zou ik de impact van bijvoorbeeld stikstofuitstoot beter kunnen uitleggen.”

Duurzame veehouderij

Binnen de sector lijkt soms het idee te heersen dat bezorgde Nederlanders die pleiten voor duurzaamheid, een vijand zijn van de veehouder. Tijdens discussies tijdens het keuzevak met studenten uit andere richtingen kreeg Jette die indruk echter helemaal niet. “Er was niemand die veehouders de schuld gaf van het stikstofprobleem, maar veehouders zijn wel nodig om het probleem op te lossen.” Bovendien krijgen veehouders en de landbouw in bredere zin nu ook al te maken met de negatieve gevolgen van klimaatverandering. “Op de lange termijn helpen veehouders zichzelf door op een duurzame manier te gaan werken,” meent Jette. Ze denkt dat de sector zich ook niet moet verschuilen achter het argument dat de landbouw elders niet zo snel verduurzaamt, waardoor Nederland minder concurrerend zou worden. “Omdat het in bijvoorbeeld Oost-Europa langer duurt voor bedrijven op een duurzame manier gaan werken, moeten wij er niet mee wachten. Bij het verminderen van antibioticagebruik hadden we als Nederland een voorbeeldfunctie. Het zou mooi zijn als we die ook kunnen innemen op het gebied van duurzaamheid.”

Natuurlijk ligt de verantwoordelijkheid niet alleen bij de veehouders, weet Jette. “Veel veehouders willen op een natuur-inclusieve manier werken. Maar dat kost geld en nu krijgen ze er nauwelijks iets voor terug. Een duurzame veehouderij is een verantwoordelijkheid van de hele keten, inclusief de supermarkten en de consument. Maar ook de dierenarts.”

Bron: Dit is een verhaal uit Tijdschrift voor Diergeneeskunde. Tekst: Johan Kleinhaneveld.