"Met onze kaarten ontwerpen steden buurten met schonere lucht"
Mobiele monitoring brengt luchtkwaliteit tot op straatniveau in kaart
Het stond al lang op hun wensenlijstje en nu is het dan eindelijk zover: vanaf 2024 rijden de Air View-auto’s elektrisch. Lizzy en Lucy, zoals de onderzoekers de auto’s liefkozend noemen, brengen sinds 2019 de luchtkwaliteit in Europese steden in kaart. Jules Kerckhoffs coördineert het project en is verantwoordelijk voor het verwerken van de data. Hij licht het project toe.
“Met de Air View-auto’s hebben we een vernieuwende tool in handen om vervuilende stoffen zoals stikstofdioxide, roet én ultrafijnstof al rijdend te meten”, vertelt Jules Kerckhoffs, onderzoeker bij de faculteit Diergeneeskunde (Institute for Risk Assessment Sciences) van de Universiteit Utrecht. Met een team van experts houdt hij zich bezig met het in kaart brengen en voorspellen van luchtverontreiniging. In 2019 gingen de onderzoekers een samenwerking aan met Google. Twee jaar lang reden Street View-auto’s, door de onderzoekers uitgerust met moderne meetapparatuur, door de straten van Kopenhagen en Amsterdam. Nadat Google de auto's doneerde aan de Universiteit Utrecht, reden ze achtereenvolgens in Basel, Barcelona, München, Augsburg, Rome, Athene, Rotterdam en het Poolse Lodz. Met de komst van de elektrische auto's komen nieuwe steden in zicht.
Verspreiding vervuilende stoffen
“Deze methode van mobiel data meten, op grote schaal, is behoorlijk vernieuwend. Doordat we een tijd lang acht uur per dag rijden en elke seconde metingen doen, verzamelen we een schat aan gegevens”, zegt Kerckhoffs. “Hiermee kunnen we gedetailleerde kaarten maken van de luchtkwaliteit en op grote schaal laten zien hoe schadelijke deeltjes zich lokaal verspreiden. Het is belangrijk om dat te weten, vooral wanneer we het hebben over ultrafijnstof en roet. Voor deze deeltjes bestaat nog geen Europese regelgeving, maar zij kunnen de volksgezondheid vermoedelijk ernstig schaden.”
Voor deze deeltjes is nog geen Europese regelgeving, maar ze kunnen de volksgezondheid vermoedelijk ernstig schaden
Opladen via één laadpaal
Kerckhoffs geeft aan dat de meetapparatuur in de auto’s van laboratoriumkwaliteit is en het niet eenvoudig was om deze in te bouwen. “Net als de monitor voor ultrafijnstof, zijn de andere apparaten peperduur en bij elkaar zó groot, dat we de achterbanken uit de auto’s hebben moeten slopen.” Met de aanschaf van de elektrische auto’s kwamen de onderzoekers voor een nieuwe uitdaging te staan. “Bij de huidige auto’s werden de accu’s van de meetapparatuur tijdens het rijden opgeladen. Dat kan niet bij elektrische auto’s: dat gaat ten koste van de actieradius en daardoor kunnen we minder ver rijden op één acculading”, legt hij uit. Het team bedacht een oplossing om de auto én de meetapparatuur ’s nachts op te laden via één laadpaal.
Gezonde routes uitstippelen
“Wat steden met onze resultaten doen, hangt af van hun eigen doel”, vervolgt Kerckhoffs. “We werken met verschillende partners samen om naar nuttige toepassingen te zoeken. Er is uiteraard veel interesse vanuit gebiedsontwikkelaars, maar ook GGD’s, bedrijven en wetenschappers werken met de kaarten die we maken. Ook inwoners kunnen de openbare kaarten raadplegen om een gezonde wandel- of fietsroute uit te stippelen.”
Het gerenommeerde architectenbureau Gehl heeft voor Kopenhagen toekomstige wijken met zogeheten "Thrive Zones" ontworpen. Deze zones zijn bedoeld om bepaalde plekken in de stad, zoals scholen en speelplaatsen, te beschermen tegen vervuiling en om jonge kinderen toegang te geven tot schonere lucht. De stad wil de kaarten inzetten om het gebruik van duurzamer vervoer aan te moedigen. Door heggen aan te brengen als buffer tussen de straat en de stoep, zal de stad gezondere fiets- en wandelroutes creëren, op voldoende afstand van het autoverkeer.
Er is veel interesse vanuit gebiedsontwikkelaars, GGD's, bedrijven en wetenschappers
Miljoenen gegevens per dag
De rol van Kerckhoffs beperkt zich niet tot verzamelen van gegevens en bepalen van gevarieerde rijroutes. “Mijn specialisme is datatechniek en dat houdt ook in dat ik me bezig houd met opslag, opschoning, analyse en verwerken van de data. Met miljoenen gegevens per dag is dat geen sinecure. Je scrolt niet zomaar door een Excel-bestand om te kijken of er foutjes in zitten.”
“Wat ik mooi vind aan dit werk, is dat ik al snel iets tastbaars kan opleveren”, benadrukt de projectcoördinator. “Ik hoef geen epidemiologisch onderzoek te doen om iets over gezond stedelijk leven te zeggen, wat overigens niet zegt dat je dit onderzoek niet moet doen. Beide methoden zijn belangrijk en vullen elkaar goed aan. Zo is het ook met mobiele monitoring ten opzichte van monitoring op één plek. Met de eerste methode kun je een groot gebied beslaan. Met de tweede krijg je inzicht in ontwikkelingen over de tijd.”
Met de nieuwe auto’s hoopt hij in nóg meer Europese steden te meten en uiteindelijk een kaart voor heel Europa te ontwikkelen. Kerckhoffs: “Als ik kijk naar de groeiende interesse en hoe onze gegevens leiden tot concrete toepassingen, verwacht ik dat dit wel goed komt.”