Medicijnen testen met minidarmpjes
Onderzoekers, artsen en patiëntenorganisaties slaan de handen ineen bij de aanpak van taaislijmziekte
Ging je in de jaren vijftig nog binnen enkele jaren dood aan Cystic Fibrosis, tegenwoordig bestaat de kans dat je met deze ‘taaislijmziekte’ je pensioen haalt. De ‘minidarmpjestest’ van het UMC Utrecht en een unieke samenwerking tussen ziekenhuis en patiëntenorganisatie helpen de behandeling een flinke stap verder. Een gesprek met Jeffrey Beekman, moleculair bioloog in het UMC Utrecht, en Jacquelien Noordhoek, directeur van de Nederlandse Cystic Fibrosis Stichting (NCFS). “Zonder deze samenwerking was dit nooit zo snel gelukt.”
Er zijn in Nederland ruim 1.500 mensen met taaislijmziekte. “De meeste mensen denken dat Cystic Fibrosis een longaandoening is, maar dat is het niet”, zegt Jacquelien Noordhoek, die dat misverstand graag meteen uit de weg ruimt. “Het is een stofwisselingsziekte op celniveau. Patiënten hebben vaak last van luchtwegproblemen, maar taaislijmziekte heeft ook effect op je spijsverteringsorganen, zoals darmen, lever en alvleesklier – dat is een heel gevoelig orgaan. In een later stadium heeft CF zelfs invloed op je hart, omdat dat veel meer arbeid moet verrichten tijdens de steeds terugkerende longinfectie.”
Er zijn in Nederland een half miljoen mensen drager van dit gen, dat weet bijna niemand. Dat is bijna één op de dertig mensen.
Half miljoen dragers in Nederland
Cystic Fibrosis is een aangeboren, erfelijke aandoening. Kinderen erven het ‘CFTR-gen’ van beide ouders. “Er zijn in Nederland een half miljoen mensen drager van dit gen, dat weet bijna niemand”, zegt Noordhoek. “Dat is bijna één op de dertig mensen.”
Het moeilijke is dat er wel tweeduizend verschillende mutaties van het gen bekend zijn. “Die leiden niet allemaal tot dezelfde ziektelast”, aldus Jeffrey Beekman. “Zelfs twee mensen met dezelfde mutatie kunnen nog een heel ander verloop van de ziekte hebben. Ook de ernst kan erg variëren en de leeftijd waarop de ziekte zich openbaart.”
Bij de behandeling is het belangrijk om te weten welke mutatie iemand heeft. Het NCFS zette tien jaar geleden een database op waarin alle gegevens van CF-patiënten worden geregistreerd. “Wij zeggen altijd: ‘Ken je mutatie’ tegen patiënten”, zegt de NCFS-directeur. “Er zijn in Nederland zeven CF-behandelcentra die hun data bij ons aanleveren. Zo kunnen wij precies zien wie van de 1.532 patiënten in Nederland welke mutatie of combinatie heeft. Deze informatie is erg belangrijk bij de ontwikkeling en toelating van nieuwe medicijnen op de markt.”
Levensverwachting verdubbeld
Tot voor kort waren er geen geneesmiddelen om de aandoening aan te pakken. “We deden enkel aan symptoombestrijding”, vertelt Noordhoek. Daarmee is inmiddels wel enorme winst geboekt. “In de jaren vijftig was de gemiddelde levensverwachting van CF-patiëntjes vijf à zes jaar. Twintig jaar geleden was dat zo’n 23 jaar en nu zitten we al op ruim veertig jaar. Een verdubbeling van de levensverwachting, enkel door symptoombestrijding. Dat stijgt nog steeds en ook de snelheid waarmee het gebeurt. De verwachting is dat kinderen die nu geboren worden zelfs hun pensioen gaan halen. Daar word ik ontzettend blij van.”
Maar de grootste winst zal worden geboekt met nieuwe medicijnen. De eerste zijn inmiddels op de markt en er zijn nieuwe op komst. “Het mooie van deze nieuwe medicijnen is dat ze zorgen dat het CFTR-eiwit weer functioneert. De medicijnen zijn alleen erg duur en de effectiviteit hangt erg af van het type CFTR-mutatie. Zelfs mensen met dezelfde mutatie reageren nog verschillend erop.”
“Met deze test kunnen wij vooraf bepalen of een nieuw medicijn wel of niet zal aanslaan bij een patiënt.”
En hier komt een nieuwe ‘Utrechtse’ test om de hoek kijken. Sinds kort bestaat er een test die de werkzaamheid van nieuwe medicijnen tegen Cystic Fibrosis (taaislijmziekte) snel en makkelijk kan voorspellen. De test is ontwikkeld door onderzoekers van het UMC Utrecht en het Hubrecht Instituut, onder wie moleculair bioloog Jeffrey Beekman. “Met deze test kunnen wij vooraf bepalen of een nieuw medicijn wel of niet zal aanslaan bij een patiënt.”
De test maakt gebruik van stamceltechnologie, ontwikkeld in het lab van geneticus Hans Clevers. “We halen eerst wat weefsel weg uit de darmwand van een CF-patiënt. Deze cellen kunnen we via stamceltechnologie oneindig vermeerderen. Zo maken we een model met ‘minidarmpjes’. Daarin wekken we vervolgens “diarree” op door een chemisch stofje (forskoline) toe te dienen, dat hetzelfde effect heeft als cholera. De minidarmpjes zijn een soort kleine ballonnetjes, die opzwellen als je dat stofje toedient. Bij mensen met CF is dat zwelproces volledig afwezig. Dit is ook afhankelijk van de ernst van de mutatie van het CFTR-eiwit. CF-minidarmpjes kunnen pas zwellen wanneer medicijnen het CFTR-eiwit repareren.” “Met deze test kunnen we CF en de effecten van medicijnen dus individueel meetbaar maken en dat is nieuw. Onze test is snel en op grote schaal uitvoerbaar, en daardoor kosteneffectief.” Bovendien is de test ook bruikbaar in andere weefsels en voor andere toepassingen, waardoor we tevens de meer gebruikelijke experimenten in muizen en konijnen kunnen verminderen of zelfs overbodig maken.”
Als je met onderzoek dingen wilt bereiken, moet je zorgen dat onderzoekers met clinici en patiënten samenwerken, zodat de hele keten wordt gestroomlijnd.
Zorgketen stroomlijnen
Beekman: “Als je met onderzoek dingen wilt bereiken, moet je zorgen dat onderzoekers met clinici en patiënten samenwerken, zodat de hele keten wordt gestroomlijnd. Wat kunnen we als onderzoekers bieden en wat hebben patiënten nodig? Die vertaalslag is ontzettend belangrijk. Wij kunnen wel mooie oplossingen bedenken in het lab, maar die moeten uiteindelijk wel terechtkomen bij de patiënt. Pas als het één geïntegreerde club is, kun je meters maken. Zo hebben we in vier jaar tijd een vertaalslag gemaakt naar de patiënt: van de eerste observatie dat minidarmpjes zwellen naar de eerste succesvolle behandeling.”
Uniek is dat deze minidarmpjes ook in een biobank worden opgeslagen, zodat toekomstige medicijnen getest kunnen worden zonder opnieuw naar de patiënt te hoeven gaan. Deze biobank, die door stichting Hubrecht Organoid Technology (HUB) wordt opgezet, werkt inmiddels samen met de meeste industrieën die nieuwe CFTR-gerichte geneesmiddelen maken. Zo kunnen we kandidaat-medicijnen op effectiviteit selecteren en tegelijkertijd aangeven wie er in klinische studies baat bij kunnen hebben. Zo wordt het ontwikkel-en zorgtraject nog verder gestroomlijnd met als doel de patiëntbelasting en kosten te drukken, en versneld nieuwe medicijnen beschikbaar te krijgen.
Op 11 januari 2017 ondertekenden het UMC Utrecht en de NCFS een overeenkomst voor samenwerking in (inter)nationaal onderzoek. De ambitie is om de komende vijf jaar een geïndividualiseerde behandeling voor alle mensen met Cystic Fibrosis in Nederland te realiseren. Als dat lukt, zal CF in de toekomst voor patiënten geen dodelijke ziekte meer zijn. “Zo’n nauwe samenwerking tussen een ziekenhuis en een patiëntenorganisatie is in Nederland uniek, ook wereldwijd”, concludeert Noordhoek. “Bij de Cystic Fibrosis Foundation in Washington zeiden ze onlangs: ‘You guys are far ahead of us.’ Daar zijn we ontzettend trots op.”
Dit is een ingekorte versie van het verhaal dat in 2017 in het alumniblad Illuster stond.