Medicijn tegen ernstige kattenziekte
Vruchtbare samenwerking tussen dierenartsen en apotheek
Feline Infectieuze Peritonitis (FIP) is een ernstige kattenziekte met dodelijke afloop. Dankzij een vruchtbare samenwerking tussen dierenartsen van het Universitair Dierenziekenhuis in Utrecht, Anicura Haaglanden in Rijswijk en Evidensia Dierenziekenhuis Arnhem en de apotheek van het Universitair Dierenziekenhuis in Utrecht is er sinds kort een veilig en zorgvuldig gecontroleerd medicijn tegen FIP. Dierenartsen Marieke Knies, Marja de Jong en Marleen Assink vertellen over dit samenwerkingsproject.
"Wat kunnen jullie doen om ons te helpen met ernstig zieke katten met Feline Infectieuze Peritonitis (FIP)?” Vanuit het hele land krijgt de apotheek van het Universitair Dierenziekenhuis (Universiteit Utrecht) deze vraag. Want in het buitenland is sinds een aantal jaar een middel verkrijgbaar tegen deze dodelijke kattenziekte, maar de Nederlandse wetgeving maakt de import hiervan niet mogelijk. Dierenarts Marieke Knies van het Universitair Dierenziekenhuis in Utrecht en Anicura Haaglanden in Rijswijk: “Uiteindelijk is het de apotheek van de faculteit Diergeneeskunde gelukt om de grondstof voor dit medicijn te verkrijgen en hiervan capsules met verschillende sterktes te bereiden.” Eerder onderzoek toonde aan dat dit een effectief middel is bij de behandeling van FIP. Knies greep haar kans, toen apotheker Inge Van Geijlswijk van de faculteit Diergeneeskunde haar vroeg wie het onderzoek kon leiden naar een behandeltraject met het nieuwe medicijn in capsulevorm.
“Ik had nooit gedacht dat er tijdens mijn werkzame leven als dierenarts een medicijn zou komen tegen deze ernstige kattenziekte”
Unieke samenwerking tussen dierenziekenhuizen
Knies haalde collega-dierenartsen Marja de Jong en Marleen Assink erbij. Zo ontstond een unieke samenwerking tussen het Universitair Dierenziekenhuis in Utrecht, Anicura Haaglanden in Rijswijk en Evidensia Dierenziekenhuis Arnhem. Bovendien konden diereigenaren met hun katten zo op drie verschillende locaties in Nederland terecht. Assink (Evidensia Dierenziekenhuis Arnhem) reageerde enthousiast op de vraag van Knies om mee te doen. “Ik vond dit zo’n unieke kans. Toen ik dierenarts werd, had ik nooit gedacht dat er tijdens mijn werkzame leven een medicijn zou komen tegen FIP. We zijn echt geschiedenis aan het schrijven in Nederland.” Toen de drie dierenartsen bekendmaakten dat er een onderzoeksproject startte met een nieuw medicijn tegen FIP, brak er een spannende en hectische tijd aan. Uit alle hoeken en gaten van Nederland kwamen FIP-patiënten of katten die FIP leken te hebben naar de deelnemende dierenziekenhuizen.
Onderlinge steun in spannende tijd
Assink: “Het was een heftige periode. Ik heb in het begin de impact op ons ziekenhuis en de belasting voor iedereen onderschat. Gelukkig hebben Marieke en ik altijd een kort lijntje met elkaar gehad, als we ergens tegenaan liepen, was het vrij snel opgelost. Dat iedereen zich met zoveel liefde heeft ingezet voor dit project, heeft ook gezorgd dat alles soepel bleef lopen.”
“Het is zo fijn dat je er niet alleen voor staat en ideeën bij elkaar kunt toetsen”
Knies vult aan: “Wat we tijdens het onderzoek doen, hebben we natuurlijk gebaseerd op eerdere studies, maar het blijft toch spannend wat er gaat gebeuren. Zo zagen we bij katten met een bepaalde variant van de ziekte [natte FIP, met vocht in de buik- en/of borstholte, red.] tijdens de eerste controles bij het bloedonderzoek een bepaalde eiwitgroep (gammaglobulines) stijgen, terwijl die naar beneden moet. Inmiddels weten we dat er niks aan de hand is, omdat deze eiwitten na twee weken weer afnemen. Dan is het zo fijn dat je er niet alleen voor staat en bij elkaar kunt toetsen of de ander dit ook ziet gebeuren.”
Ook De Jong (Universitair Dierenziekenhuis) kijkt terug: “Onderzoek doen met patiënten is best pittig, want er gebeurt altijd wel iets. Eigenlijk sta je 24 uur per dag aan, omdat je weet dat een collega van de Intensive Care je ook in het weekend kan appen met vragen. Je ervaringen kunnen delen, is daarom heel fijn.” Soms overlijdt een ernstig zieke patiënt. “Op zulke momenten is elkaar steunen en samen positief blijven heel belangrijk.” Gelukkig gaat het merendeel van de katten na een diagnose naar huis en krijgt medicatie mee in de vorm van capsules. “Eigenaren mogen de capsules openen en met het poeder mengen, en het blijkt niet vies te zijn voor de kat”, zegt De Jong.
“We moeten niet denken dat er nu een wondermiddel is dat elke kat beter maakt. Maar veel katten hebben nu een reële kans”
Dat dierenartsen katten doorverwijzen die geen FIP blijken te hebben, vinden ze niet erg. Het is vooral belangrijk om snel te zijn en FIP niet meer als een doodvonnis te zien voor de kat. De Jong: “FIP is een ernstige ziekte en we moeten niet denken dat er nu een wondermiddel is dat elke kat beter maakt. Maar er is wel een reële kans voor veel katten.” Dat wil De Jong ook graag overbrengen aan studenten van de opleiding Diergeneeskunde in hun coschappen. “Die zien veel katten met FIP en gaan straks de praktijk in, waardoor ze het sneller herkennen. Dat voorkomt in de toekomst hopelijk allerlei weekend-, nacht-, en spoedsituaties.”
“Snel handelen is belangrijk bij een kat met deze ernstige ziekte”
Marijn Baar nam met haar kat Sammie deel aan het onderzoek naar Feline Infectieuze Peritonitis (FIP) van het Universitair Dierenziekenhuis van de Universiteit Utrecht, Anicura Haaglanden en Evidensia Dierenziekenhuis Arnhem. Sammie was ernstig ziek en ging snel achteruit. Als Baar niets zou doen, zou haar kat overlijden. De nieuwe medicatie en begeleiding door een dierenarts hielpen Sammie erbovenop. Hoe kijkt Baar terug op haar deelname aan het onderzoek en begeleiding bij de behandeling? Een terugblik.
“We hebben geluk gehad dat het Sammie nu overkwam en niet drie jaar geleden, want dan had ze het niet gered”, zegt eigenaar Marijn Baar. Haar laatste controle kreeg haar kat een aantal dagen geleden. “Ze heeft nog een iets vergrote milt, waarschijnlijk doordat haar eiwitgehalte wat te hoog is. De behandelend dierenarts verwacht dat het goed komt en doet een laatste test. Het gaat goed met Sammie, ze eet goed en is vrolijk. Maar ook als ze het niet had gehaald, was ik achter mijn keuze blijven staan.”
Snel handelen
“Mijn eigen dierenarts vermoedde FIP en vertelde over het onderzoek, maar ook dat dit prijzig is”, vertelt Baar. Zij zocht op internet naar informatie en las publicaties over eerdere onderzoeken. “Ik had twee opties. Of via Facebook medicatie kopen en zelf prikken, maar daar was ik niet enthousiast over, of meedoen aan het FIP-onderzoek onder begeleiding van een dierenarts. Snel handelen is belangrijk als een kat FIP heeft. Toen ik zag dat het héél snel slechter ging met Sammie, besloot ik Marieke Knies te mailen. Ik kreeg gelijk een mailtje terug.”
Empathie, passie en begeleiding
Baar ging met haar kat Sammie voor een diagnose naar Anicura Haaglanden in Rijswijk. “De dierenarts vertelde over de bevlogenheid van de onderzoekers en dat het medicijn zo goed werkt. Ik merkte aan alles dat er veel tijd en liefde in hun begeleiding zit.” Ze werd voorgelicht over de behandeling en controles. Voor Sammie was er plaats in het Universitair Dierenziekenhuis in Utrecht. “Alles was goed op elkaar afgestemd en iedereen was empathisch en meelevend. Het is een intens proces, andere mensen hebben soms geen idee wat je doormaakt. Dan is een gesprek met mensen die je opvangen heel fijn. Ik ben blij dat ik dit voor Sammie heb kunnen doen. Ik zie nu wat voor kat ze eigenlijk is.”
Cruciale rol van collega's en diereigenaren
Tot slot benadrukt Knies dat ze het nooit voor elkaar hadden gekregen om zoveel katten te helpen zonder de inzet van collega’s van de apotheek bij Diergeneeskunde. “Die hebben capsules gemaakt, alsof hun leven ervanaf hing. En ook voor hen was het spannend om nieuwe medicatie op de markt te brengen.” Maar ook de inzet van collega’s van het Universitair Veterinair Diagnostisch Laboratorium en Veterinair Microbiologisch Diagnostisch Centrum bij Diergeneeskunde, dierenartsen, dierverzorgers en ondersteunend personeel binnen de klinieken was onmisbaar. Assink: “Diereigenaren die bij ons komen met een zieke kat, zijn superbezorgd. Alles wat ze zien en hen opvalt, daar bellen ze over. Dan was er altijd wel iemand met een luisterend oor die hen dan verder kon helpen.”
De Jong: “Heel waardevol is het vertrouwen dat diereigenaren met hun zieke katten in ons hadden, en wat ze ons vertelden over hoe hun katten reageerden op de medicatie. Dat heeft een onschatbare hoeveelheid informatie opgeleverd voor toekomstige katten met FIP.”
Meer informatie
Wilt u meer weten over deze behandeling? Stuur een mail naar fip@uu.nl.
Het middel dat we in de eerste alinea noemen betreft een voedingssupplement met medische claim en zonder farmaceutische controles die bij geneesmiddelen horen. Sinds kort is magistraal bereide medicatie (door een apotheker of dierenarts zelf bereid bij gebrek aan een passend diergeneesmiddel) beschikbaar in onder meer het Verenigd Koninkrijk. Deze medicatie mag vanwege EU-wetgeving niet ingevoerd worden. Meer weten? Lees de FAQ's van de apotheek onder Wet- en regelgeving.