“Inclusiviteit is ook nieuwsgierig zijn naar een ander”

In gesprek over diversiteit en inclusie bij Diergeneeskunde

Het langste regenboogfietspad van de wereld ligt er vrolijk bij in de nazomerzon in het Utrecht Science Park. Een mooi symbool waarmee Hogeschool Utrecht (HU), Universiteit Utrecht (UU) en het UMC Utrecht (UMCU) willen laten zien dat iedereen welkom is om te zijn wie die is. Maar ervaren studenten en docenten dat ze zichzelf kunnen zijn? Wat betekent inclusief onderwijs volgens hen? En hoe geven ze daar vorm aan? In gesprek met een student en docent Diergeneeskunde (UU) en een expert op het gebied van diversiteit en inclusie (UMCU & UU). Er blijkt nog best wat werk aan de winkel. Maar er zijn ook waardevolle initiatieven. Het is geruststellend dat we veel zelf kunnen.

Het langste regenboogfietspad van de wereld op het Utrecht Science Park.

“Aandacht voor een ander en elkaar steunen, kan al een groot verschil maken. Inclusiviteit staat of valt met de mindset die je hebt”, zegt Cornélie Westermann, docent Diergeneeskunde op de UU. Om het gesprek over diversiteit en inclusie te openen spraken we Westermann samen met Florentine Timmenga, student Diergeneeskunde en onderzoeker naar het ‘thuisgevoel van studenten’, Anne-Roos Verbree. Over de definitie van inclusief onderwijs zouden veel mensen lang kunnen discussiëren. Maar als het aan Westermann ligt, hoeft dat niet moeilijk te zijn. “Inclusief onderwijs betekent voor mij dat iedereen zich thuis voelt en dat er ruimte is om anders te zijn.” Als docent bij de masteropleiding Diergeneeskunde beseft ze maar al te goed hoe groot haar rol hierin is. “Het is niet voor elke docent vanzelfsprekend, maar docenten hebben veel invloed op de studiebeleving van studenten. Om te zorgen dat studenten zich thuis voelen, is het essentieel om iedereen te betrekken in de lessen, het lesmateriaal inclusief te maken en nieuwsgierig te zijn naar een ander.”

Veiliger leerklimaat

Timmenga ziet dat er vanuit de UU steeds meer aandacht is voor thema’s op het gebied van diversiteit en inclusie. Zo deed de UU dit jaar voor het eerst, samen met de HU, mee aan de Utrecht Canal Pride. Een mooi symbool volgens Timmenga, maar aandacht voor diversiteit en inclusie is meer dan dat. Ze deed onderzoek naar de ‘support programs’ in het kader van mentale gezondheid en gelijkheid, diversiteit en inclusie (EDI) binnen de veterinaire professie wereldwijd. Uit het onderzoek blijkt dat bewustwordingscampagnes veel worden toegepast om een groter publiek te bereiken, maar niet per se het meest doeltreffend zijn in het bevorderen van diversiteit en inclusie binnen een dierenkliniek. Het aanstellen van een ombudspersoon of het hebben van een hulplijn bijvoorbeeld wordt vaker als effectief gezien om de mentale gezondheid en EDI te verbeteren bij dierenklinieken.

Om studenten zich thuis te laten voelen, is het essentieel om iedereen te betrekken in de lessen, het lesmateriaal inclusief te maken en nieuwsgierig te zijn naar een ander.

Cornelie Westermann
specialist Inwendige Ziekten van het Paard en onderwijsdirecteur van de Master Diergeneeskunde

Bij de studie diergeneeskunde kunnen mensen soms bevooroordeeld zijn, merkt Timmenga op, net zoals haar medestudenten. En dat kan wel eens tot onbedoelde misvattingen leiden. “Zelf merk ik daar persoonlijk niet zoveel van in het kader van wie ik als persoon ben. Maar onbewust kunnen mensen snel aannames doen wat bij sommigen harder binnen komt dan gedacht, bijvoorbeeld op het gebied van seksuele geaardheid of het ervaren van mentale problemen. Een vrouw heeft niet per se een mannelijke partner.” Daarnaast ervaart Timmenga dat er soms weinig ruimte is voor andere meningen en inzichten. “Ik denk dat meer openheid tot interessante dialogen leidt, waarbij er ook best meer oog mag zijn voor de mens achter de professional. Dat bevordert het werkplezier naar mijn idee en leidt tot een veiliger leerklimaat.”

Bijdragen aan open sfeer

Je ‘thuis voelen’ heeft te maken met de individuele perceptie van een inclusieve leeromgeving volgens Verbree. Als onderdeel van het UU project ‘Developing an Inclusive Curriculum and Learning Environment” deed zij samen met collega’s een kwalitatief onderzoek naar de studentbeleving van inclusie en diversiteit in het onderwijs onder studenten van de faculteiten Geneeskunde, Rechten en Sociale Wetenschappen. Dit onderzoek laat onder andere zien dat studenten zich niet altijd thuis voelen en soms stereotyperingen ervaren. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een student die uit een niet-Westers land komt en een compliment ontvangt voor het goed spreken van Nederlands.

“Studenten geven vaak aan dat ze het moeilijk vinden om lastige onderwerpen aan te kaarten. Door de machtsverhouding tussen docent en student is dat lastig. Het helpt als docenten een open houding aannemen en zich realiseren dat ze kunnen bijdragen aan een open sfeer en daardoor aan het thuisgevoel”, zegt Verbree.

Het helpt als docenten een open houding aannemen en zich realiseren dat ze kunnen bijdragen aan een open sfeer en daardoor aan het thuisgevoel.

Anne-Roos Verbree
Beleidsmedewerker onderwijs bij de Faculteit Sociale Wetenschappen en PhD-kandidaat bij de Faculteit Geneeskunde waar zij onderzoek doet naar ‘sense of belonging’ (thuisgevoel van studenten) in het hoger onderwijs.

Academisch systeem

Hoe creëer je een open sfeer? In de praktijk is dat niet altijd even makkelijk. Zo draagt het universitaire systeem daar niet altijd aan bij. Westermann vertelt over het onderscheid tussen het Ondersteunend- en Beheer personeel en het Wetenschappelijk Personeel en hoe dit doorschemert in het gedrag naar elkaar toe. “Je merkt in sommige gesprekken dat de ene groep zich zo anders voelt dan de andere groep dat ze zich niet kunnen identificeren met iemand uit de andere groep. Dat iemand minder verdient, wil niet zeggen dat je diegene als minder kunt behandelen.”

Verbree merkt op dat het lastig is om je van het universitaire systeem los te koppelen: “Dat systeem is er nu eenmaal, dus is het moeilijk om niet in die groepen te denken.” Als het aan Westermann ligt, halen we het hele systeem om en komt er één groep personeel. “We moeten ons er bewust van zijn dat we het samen doen en dat we allemaal in hetzelfde bootje zitten.”

Samenkomen van diverse perspectieven

Westermann pleit dan ook voor meer begrip tonen voor elkaar. Het denken in groepjes veroorzaakt – vaak onbewust – vooroordelen en staat goed onderwijs in de weg. “Ook als docent kan ik veel leren van mijn studenten. Ik ben nooit uitgeleerd.” Timmenga sluit zich daarbij aan. “Je ziet binnen onze studie dat er een aantal studenten is die naast de studie ambities nastreven of genoodzaakt zijn een bijbaan te onderhouden om de studie te bekostigen. Soms komen daar negatieve reacties op en wordt het gezien als het niet loyaal zijn aan je studie. Hoe mooi zou het zijn als we deze mensen zouden steunen, en met hen in gesprek zouden gaan om te zien hoe hun extra-curriculaire ervaringen verdieping kunnen geven aan het bestaande lesprogramma?”

Uit het onderzoek waar Verbree aan werkte, komt ook naar voren dat studenten het belangrijk vinden om te functioneren in en bij te dragen aan een diverse samenleving waarin mensen verschillende perspectieven hebben. Het samenkomen van diverse perspectieven kan juist leiden tot nieuwe inzichten. “Uitdagen tot nieuwe inzichten is een belangrijk onderdeel van onderwijs. Bovendien is het kennismaken met verschillende standpunten een goede voorbereiding op de diverse samenleving waarin we nu leven. Voor studenten is het ook van belang om na de studie goed te kunnen functioneren in de maatschappij.”

De sfeer die je creëert met z’n allen maakt denk ik echt een verschil.

Florentine Timmenga
Masterstudent Diergeneeskunde, richting Paard

De hele wereld aan zet

Een diversiteit aan verschillende achtergronden en visies is tegelijkertijd soms lastig om mee om te gaan. Verbree vertelt: “Diversiteit en inclusie is breder dan huidskleur, culturele achtergrond en gender. Het gaat om iedereen en het is belangrijk gelijke kansen te creëren. Ook iemand met bijvoorbeeld een fysieke beperking moet volledig kunnen meedoen en de studie succesvol kunnen afronden.”

Maar hoe bevorder je die diversiteit en gelijkheid? Verbree noemt bijvoorbeeld het aanbieden van extra ondersteuning voor eerste generatiestudenten en informatie over de studie toegankelijk maken voor ouders die geen ervaring hebben met hoger en wetenschappelijk onderwijs. Westermann noemt ook het bezoeken van basisscholen om daar te vertellen over diergeneeskunde. Ze voegt daar nog aan toe dat diversiteit en inclusie niet alleen de verantwoordelijkheid is van de universiteit, maar van iedereen. “Kleuterleraren en politici kunnen ook bijdragen. De hele wereld is in feite aan zet.”

Dichter bij huis houden

Een grote opdracht dus, die niet alleen voor docenten en studenten geldt. Timmenga merkt dat die opdracht wel leeft bij de universiteit, maar dat er ook nog steeds veel onwetendheid is. Verbree noemt dat verandering vaak lastig is in een grote organisatie als de universiteit. “Ook bureaucratie zorgt ervoor dat verandering nu eenmaal tijd kost.” Voor Timmenga zijn de omgangsvormen nóg belangrijker dan veranderingen op papier. “Houd het dichter bij huis”, adviseert ze. “De sfeer die je creëert met z’n allen maakt denk ik echt een verschil.”

Westermann vindt het ook een goede zaak dat de universiteit meer aandacht besteedt aan diversiteit en inclusie. “Uiteindelijk moet het wel gaan leven bij iedereen.” Ze zou het fantastisch vinden als de universiteit een statement zou maken door een soort verlof op te nemen in de CAO waarbij er ook gedacht wordt aan mensen die niet cisgender [red.: persoon van wie het biologische geboortegeslacht overeenkomt met de genderidentiteit] of heteroseksueel zijn. Iemand die bijvoorbeeld in transitie gaat, zou hiervan gebruik kunnen maken, maar ook iemand die net ouder is geworden en een kind heeft geadopteerd. “Dat zijn grote dingen die je kunt doen. Maar ik ben het eens met Timmenga dat het ook belangrijk is om de dingen te doen die bereikbaarder zijn en op kortere termijn gerealiseerd kunnen worden.”

Ik hoop dat we het leuk gaan vinden als iemand anders is.

Bij jezelf beginnen

Door toleranter te zijn en oog te hebben voor de persoonlijke touch kunnen we zo veel mogelijk voorkomen dat studenten en docenten het gevoel hebben er niet bij te horen, vindt Verbree. “Het concreet maken van inclusiviteit is vaak moeilijk, maar ook kleine stappen dragen hieraan bij. Zichtbaarheid van diversiteit en inclusie kan bijvoorbeeld helpen bij het ontstaan van bewustwording.” En het begint bij jezelf als we Westermann mogen geloven. Ze hoopt niet alleen dat we elkaar meer gaan accepteren en meer naar elkaar gaan luisteren. “Ik hoop dat we het leuk gaan vinden als iemand anders is.”

Dit is een verhaal uit:

Vetscience nr. 14