In de operatiekamer bij Diergeneeskunde
Zoek de verschillen
Operatie-uitrusting
In de jaren 40 droegen dierenartsen geen handschoenen, operatiemutsen en mondkapjes. Er was in die tijd minder kennis over steriel werken en het minimaliseren van infecties. Tegenwoordig zijn medewerkers in de operatiekamer standaard uitgerust in operatiekleding. Een van de chirurgen raakt met zijn hand een handvat van de lamp aan. Dat is mogelijk omdat de handvaten afneembaar zijn en bij elke operatie steriel worden aangeleverd.
Groen is het nieuwe wit
De witte operatiejassen hebben plaatsgemaakt voor wegwerpbare, steriele, groene schorten. Groen reflecteert niet en geeft rust aan de ogen.
Kan iemand even bijschijnen?
De dierenartsen op de foto uit de jaren 40 moeten zich vooroverbuigen om alles goed te kunnen zien. Het daglicht lijkt de enige lichtbron. Vandaag de dag maken dierenartsen gebruik van helder operatielicht. Bovendien werken operatieloupes (de ‘brilletjes’) als vergrootglas, waardoor de chirurg meer details ziet.
Een radiator aan de wand
De operatieruimte uit de jaren 40 bevatte vele hoeken en nissen en aan de muren hingen leidingen en radiatoren. Hierdoor kon stof zich ophopen, wat vervolgens door beweging in de operatiekamer op kon dwarrelen, een van de belangrijkste bronnen van infectie. Tegenwoordig zijn operatiekamers strak en recht en hangt er niks aan de muur.
Vitale functies bewaken
Vroeger ontbrak apparatuur om vitale functies te meten, zoals hartslag en ademhaling. De anesthesist (rechts op de foto) hield daarom met zijn handen onder de doek contact met de hond. Tegenwoordig bewaken verschillende apparaten alle vitale functies. Ook hangt er een camera boven de operatietafel die de operatie vastlegt. Studenten kunnen daardoor de operatie op afstand volgen op een videoscherm.