Herinnering aan vijf Utrechtse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog: de verhalen achter de Stolpersteine

Stolpersteine voor Marianne Helena Blazer, Jacques Bol, Jacob van Gelderen, Cornelis van Lier en Henny Mimi de Vries

Met de plaatsing van vijf Stolpersteine herdenkt de Universiteit Utrecht de levens van vier studenten en een hoogleraar die omkwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit zijn de verhalen van Marianne Helena Blazer, Jacob Johannes Bol, Jacob van Gelderen, Cornelis van Lier en Henny Mimi de Vries, verzameld en opgetekend door studenten van de opleiding Duitse taal en cultuur.

Marianne Helena (Panny) Blazer

Marianne Helena (Panny) Blazer (tweede van rechts) en medestudenten op de Stadhuisbrug in Utrecht. Foto: eigendom familie
Marianne Helena (Panny) Blazer (tweede van rechts) en medestudenten op de Stadhuisbrug in Utrecht. Foto: eigendom familie

Marianne Helena Blazer, door vrienden en familie liefkozend Panny genoemd, studeerde Geneeskunde toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Ze werd op 21 augustus 1917 geboren in een Rotterdams Joods gezin en kwam in 1936 naar Utrecht om te studeren. Als actief lid van de Utrechtse Vrouwelijke Studenten Vereeniging was ze nauw betrokken bij het studentenleven in de Domstad, waar ze ook haar toekomstige man, Leendert Tinus de Jong, leerde kennen.

Mariannes leven en ambities werden abrupt afgebroken door de systematische jodenvervolging tijdens de oorlog. Op 10 november 1942 werd ze samen met haar man gedeporteerd naar Auschwitz, waar ze drie dagen later, op 13 november 1942, op 25-jarige leeftijd werd vermoord.

Meer dan tachtig jaar later krijgt haar naam een blijvende plek op het Domplein. Met haar en de andere Stolpersteine herdenken we Marianne en de honderden andere leden van de universitaire gemeenschap wier levens werden verwoest. Deze verhalen herinneren ons aan de noodzaak om waakzaam te blijven tegen uitsluiting en discriminatie.

- Larissa Bies

Jacob Johannes (Jacques) Bol

Jacques Bol. Foto: eigendom familie
Jacob Johannes (Jacques) Bol. Foto: eigendom familie

Jacob Johannes Bol, beter bekend als Jacques, was een veelbelovend student Kunstgeschiedenis. Hij werd op 13 augustus 1922 in Dordrecht geboren en groeide op in een liefdevol gezin. In 1941 begon hij zijn studie, en als student-assistent bij professor Willem Vogelsang leek een academische carrière voorbestemd.

In een tijd waarin vrijheid van denken onder zware druk stond, weigerde Jacques zijn principes op te geven. Door in 1943 de loyaliteitsverklaring niet te ondertekenen, belichaamde hij de academische waarden die ten grondslag liggen aan de universitaire gemeenschap: onafhankelijkheid, kritisch denken en intellectuele integriteit.

Dit besluit had ingrijpende gevolgen. Hij werd direct uitgesloten van de universiteit en op 6 mei 1943, samen met duizenden andere studenten, gedeporteerd naar Kamp Ommen en een werkkamp bij Berlijn. Vanuit daar bleef hij zijn familie brieven en tekeningen sturen. Dit werd hem echter fataal: in februari 1944 werd hij verdacht van spionage en gearresteerd.

Jacques overleed op 4 mei 1945, vermoedelijk in het Rode Kruis-hospitaal in Cham, Duitsland.

- Jorja Vorsselman

Jacob (Bob) van Gelderen

Prof. dr. Jacob (Bob) van Gelderen. Foto: via Joods Monument (CC BY-SA 4.0)
Prof. dr. Jacob (Bob) van Gelderen. Foto: via Joods Monument (CC BY-SA 4.0)

Jacob van Gelderen was econoom, politicus en hoogleraar Sociologie. Hij werd op 10 maart 1891 geboren in Amsterdam, waar hij opgroeide in een Joods middenstandsmilieu. Hij schreef voor socialistische tijdschriften, werkte bij het Bureau van Statistiek van de Gemeente Amsterdam, was hoogleraar Staathuishoudkunde in Batavia, en adviseur koloniale zaken en economie op het Ministerie van Koloniën.

In 1937 trad hij namens de SDAP toe tot de Tweede Kamer en werd hij hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Hij zette zich in voor sociale rechtvaardigheid en de rechten van onderdrukte volken. In zijn colleges benadrukte hij het belang van objectiviteit en feiten, en vond dat dit nooit in strijd hoeft te zijn met persoonlijke overtuigingen.

Jacob voorzag de catastrofale gevolgen van de Duitse inval. “Het is uit”, verklaarde hij tegenover zijn mede-SDAP’er Jozef Emanuel Stokvis. Vier dagen daarna pleegde Jacob samen met zijn gezin zelfmoord. Net als bij andere oorlogsslachtoffers verbonden aan onze universiteit toont zijn verhaal hoe de oorlog op verschillende manieren academische carrières en levens verwoestte.

- Mirco Vantangoli

Cornelis (Kees) van Lier

Stolperstein voor Cornelis (Kees) van Lier. Foto: Doris Abitzsch
Stolperstein voor Cornelis (Kees) van Lier

Cornelis van Lier – Kees – werd op 5 juni 1912 geboren in Utrecht. Als student Wiskunde en Natuurkunde was hij actief in het universitaire leven. Hij was lid van het Utrechtsch Studenten Corps, schreef voor het Faculteitenblad en was voorzitter van de Algemeene Debating Club. Zijn veelbelovende academische carrière en toekomst werden bruut verstoord door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

Op 19 januari 1940 trouwde Kees met Bernardina Daamen. Hij werd opgeroepen voor militaire dienst en diende tot Nederland zich overgaf aan de Duitse bezetter. Toen een poging om met zijn zwangere vrouw en ouders naar Engeland te vluchten mislukte, maakte de familie een drastische beslissing. Gezamenlijk maakten ze een eind aan hun leven. Op 14 mei 1940, in Haarlem, kwam er op slechts 27-jarige leeftijd een einde aan Kees’ leven.

Door Kees te herdenken, staan we stil bij de verwoestende impact van oorlog op individuele levens. We eren de herinnering aan een veelbelovende academicus, wiens bijdrage aan wetenschap en samenleving voorgoed verloren is gegaan.

- Sarah Baldassi

Henny (Mimi) de Vries

Henny (Mimi) de Vries en haar verloofde Herman Parigger. Foto: eigendom familie, via Herdenkingsstenen Amersfoort
Henny (Mimi) de Vries en haar verloofde Herman Parigger. Foto: eigendom familie, via Herdenkingsstenen Amersfoort

Toen de vervolging van Joodse burgers toenam, dook Henny de Vries – bekend als Mimi – op 13 juli 1942 onder in Lunteren. Samen met haar zus Meta werd ze ontdekt en gevangengezet in het Oranjehotel in Scheveningen, een beruchte gevangenis waar verzetsstrijders en andere ‘vijanden van het regime’ werden vastgehouden.

Na twaalf dagen, op 12 augustus, werden de zussen overgebracht naar Kamp Westerbork. Op 24 augustus volgde de deportatie naar Auschwitz met transport nummer 74, samen met 963 andere gevangenen. Henny werd direct na aankomst op 3 september 1943 vermoord. Ze was 29 jaar oud – haar toekomst en ambities voortijdig afgebroken.

In haar geboorteplaats Amersfoort, waar ze op 27 september 1913 ter wereld kwam, is al een herdenkingssteen gelegd. Nu sluit ook de Universiteit Utrecht zich aan bij de herdenking van haar leven en academische pad. Zo is de impact van de Holocaust niet slechts een getal in de geschiedenisboeken, maar tastbaar, als het verlies van echte levens, vol dromen, relaties en onbenut potentieel.

- Kayleigh Dijkerman