Gedicht voor Alex Brenninkmeijer
Tijdens de herdenkingsbijeenkomst voor Alex Brenninkmeijer op 12 mei in de Janskerk droeg rechtswetenschapper en dichter Hanneke van Eijken onderstaand speciaal voor Alex geschreven gedicht voor.
Alex
Hoe vang je de jongen, die vlinders volgde in de lucht met zijn vinger
die insecten zocht, hout schaafde tot het glansde
die de juiste vragen stelde, in taal?
zijn wereld bestond uit passers, uit pennen, planten, planeten
uit muziek en instrumenten
zijn handen gingen over vergeten dingen, die hij oppoetste
tot de doffe tijd weer oplichtte in het heden
hoe vang je vlinders zonder hun vleugels te wrijven
hoe de man die zorgde
met de vanzelfsprekendheid
waarmee lentelicht op een werktafel schijnt?
hij wist hoe het licht viel op alle dingen
de stenen, de mensen, het pleintje, de tijd en hoe hij water
door zijn handen liet gaan, zand verplaatste
bergpassen aanlegde voor mensen in het dal
je volgt in het blauw met je vinger de stroom
je voelt de nerven van het hout, dat hij schuurde
de wet die ook bestaat uit ringen van de tijd
en je legt je hand op het reliëf van de tekst
je weet hoe scherp hij keek
zijn liefde voor wat goed is en klopt
de diepte in mensen, de vragen die hij stelde
hoe hij de dag in de morgen toeknikte in de spiegel
je ziet hem terug in het ochtendlicht
dat plots op een tafel valt
je knikt de dag toe, je volgt zijn spoor van taal
je tekent in het zand zijn voetstappen na
Hanneke van Eijken