Fietje van Bochove en Els Dikker

Student van toen en nu

Fietje van Bochove is ruim vier jaar rundveedierenarts en werkt bij Dierenartsengroep Rivierenland. Els Dikker is een van de eerste masterstudenten Landbouwhuisdieren en veterinaire volksgezondheid met een vooropleiding Animal Sciences van Wageningen University & Research. Samen gaan ze in gesprek over het werk van een landbouwhuisdierenarts, de relatie met de veehouder en wat hen bezighoudt.

Twee portretten naast elkaar van Fietje van Bochove en Els Dikker, beide in werkkleding
Fietje van Bochove en Els Dikker

Fietje van Bochove
Rundveedierenarts, rayonmanager Vetwerk Zuid- en Midden-Nederland

Els Dikker
Masterstudent Diergeneeskunde richting Landbouwhuisdieren

Dikker: “In Wageningen schreef ik mijn scriptie over kringlooplandbouw. Om mij heen zie ik ontwikkelingen die de sector van de landbouwhuisdieren veranderen, bijvoorbeeld door nieuwe wetgeving om veranderingen in het klimaat te beperken. Ik vraag me af hoeveel landbouwhuisdierenartsen er straks nodig zijn en hoe de rol van de landbouwhuisdierenarts eruit gaat zien.”

Van Bochove: “Als rundveedierenarts moet je proberen mee te gaan in de beweging van meer preventief werken en bedrijfsbegeleiding professioneel oppakken. Ik gebruik daarvoor onder meer een app (Vetwerk) gekoppeld aan het managementprogramma van de klant. Met meer expertise over een bedrijf creëer je vaste klantrelaties. Een zieke koe of verlossing horen erbij, maar samen met de veehouder de veestapel gezond houden en goed laten presteren, dat vind ik het mooie van ons werk en ik denk dat dat werk blijft bestaan.

Ik vraag me af hoeveel landbouwhuisdierenartsen er straks nodig zijn en hoe de rol van de landbouwhuisdierenarts er uit gaat zien

Dikker: “Die persoonlijke relatie opbouwen met je klanten, dat was voor mij een van de redenen om voor deze vervolgopleiding te kiezen. Ik ben erg blij met de kans om Diergeneeskunde te studeren. Ik merk wel dat ik er soms flink aan moet trekken. Bepaalde onderwerpen zijn vaak al wel in de voorbereidende minor Basics in Veterinary Medicine aan de orde gekomen, maar niet heel uitgebreid. Soms denk ik: ‘Wow, ik moet nog echt veel leren.”

Van Bochove: “Als je eenmaal als dierenarts werkt dan zijn veel details, bijvoorbeeld over celfuncties en dergelijke, toch minder belangrijk. En mensen die zeggen dat alles in één keer goed gaat, die geloof ik niet. Je leert in de praktijk op het goede moment te zeggen ‘Ik weet dit niet precies, ik ga het even uitzoeken’. Mijn ervaring is dat de meeste veehouders dat helemaal niet erg vinden. En met een vooropleiding Animal Sciences snap je denk ik goed hoe de melkveehouderij er uit ziet.”

Dikker: “In Wageningen keken we onder meer naar de sector en landbouwhuisdieren in de samenleving. Daarnaast hadden we specifieke vakken over bijvoorbeeld voeding, immunologie, en virologie. Studenten met een vooropleiding Diergeneeskunde hebben meer naar het dier gekeken en weten meer over ziekteleer en klinisch redeneren.”

En mensen die zeggen dat alles in één keer goed gaat, die geloof ik niet

Van Bochove: “Je kennis over voeding gaat je goed van pas komen in de praktijk en een veehouder vindt het belangrijk dat je weet wat er speelt in de sector en dat je betrokkenheid uitstraalt. Je kan de functie van de lever nog zo goed uit je hoofd kennen, als je nauwelijks op een boerderij bent geweest of niet weet wat de melkprijs is, krijg je het pittig in de praktijk.”

Dikker: “Later in het jaar, als ik periodes tussen het onderwijs vrij ben, hoop ik weer bij een boer te werken of mee te lopen met een dierenarts.”

Van Bochove: “Je kunt het proberen bij een van de beste biologische melkveebedrijven die we in Nederland hebben, de onderwijsboerderij De Tolakker van de faculteit. En onze praktijk staat ook open voor studenten die graag meer willen leren.”