De vrolijk-rommelige vrijheid van non-binaire voornaamwoorden

Taalwetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van non-binaire voornaamwoorden

Tekening van drie personen tegen een abstracte achtergrond. © iStock.com/Denis Novikov (bewerkt)
© iStock.com/Denis Novikov (bewerkt)

Dat het thema ‘vrijheid’ in de geschiedkunde en filosofie voorkomt is geen verrassing, maar hoe zit dat in bijvoorbeeld de taalwetenschap? We vroegen het Hielke Vriesendorp. “In mijn onderzoek kom ik het zeker weleens tegen”, schrijft Vriesendorp. “Het debat over LHBTI+-rechten gaat namelijk vaak over alles wat ons ‘normaal’ en begrijpelijk maakt. Tegelijkertijd zijn er aspecten aan gender en seksualiteit die daar helemaal niet zo netjes aan voldoen. Ik krijg dan een inkijkje in hoe het eruitziet om die vrijheid dan toch te nemen.”

Dr. Hielke Vriesendorp. Foto: Ed van Rijswijk
Dr. Hielke Vriesendorp

Non-binaire voornaamwoorden

Als taalkundige houd ik me met name bezig met hoe taal varieert en verandert, maar in een recent onderzoeksproject kreeg ik (op zeer kleine schaal) zicht op hoe mensen in taal ruimte creëren en vrijheid nemen. Om erachter te komen hoe het ervoor staat met non-binaire voornaamwoorden in het Nederlands, heb ik een onderzoek uitgevoerd onder 656 Nederlandstaligen. Zij gaven aan dat ze het belangrijk vinden om op een inclusieve manier over non-binaire mensen te praten, of daar op z’n minst neutraal tegenover staan.

Er bleek een redelijke consensus te zijn: de woorden ‘die’, ‘diens’, ‘hen’ en ‘hun’ waren het meest in zwang. 74 procent van de 169 non-binaire deelnemers gebruikte deze voor zichzelf, bijvoorbeeld om zich voor te stellen. Nog meer deelnemers vond het prima als anderen met een van deze vormen naar hen verwijzen, zelfs wanneer ze die zelf niet expliciet hadden genoemd.

Dit kan natuurlijk handige informatie zijn als je ontdekt dat je buur non-binair is en aangeeft dat die niet van de ‘hij’ of de ‘zij’ is. Als je het dan toch over diegene wilt hebben, zit je met ‘die’, ‘diens’, ‘hen’ en ‘hun’ in principe altijd goed.

Er bestaat veel meer variatie dan in de stijlboeken en Van Dale te vinden is.

Inburgering van non-binaire voornaamwoorden

Het gebruik van de non-binaire voornaamwoorden burgert langzaam in. Zo hebben ze ondertussen hun weg gevonden naar de Van Dale en stijlgidsen van verschillende media. Hierin is de voorkeur voor ‘die’, ‘diens’, ‘hen’ en ‘hun’ eveneens terug te vinden.

Wat misschien helpt, is dat de voornaamwoorden zich grotendeels lijken aan te passen aan de bestaande grammaticale regels. ‘Hen’ wordt vaker gebruikt als lijdend voorwerp of na een voorzetsel, net als de klassieke meervoudsvorm ‘hen’: ‘ik was met hen op pad’. ‘Die’ zien we juist vaker terug als onderwerp. Dat kennen we van het aanwijzend voornaamwoord: ‘waar is Joke? – Die is even weg’.

Het lijkt erop dat zelfs binnen de gendervrije-genderlosse-genderidealistische groep praktische overwegingen, zoals grammaticale structuren, een rol spelen.

Tekening van twee personen die met kijkers uitkijken naar links en rechts. Bron: © iStock.com/Denis Novikov (bewerkt)
© iStock.com/Denis Novikov (bewerkt)

Geen die, diens, hen of hun

Een aantal deelnemers gaf aan dat ze zich niet senang voelden bij de non-binaire voornaamwoorden. Sommigen wilden wel andere voornaamwoorden dan ‘hij’ of ‘zij’ gebruiken, maar vonden dat nog te onwennig of moeilijk voor zichzelf of anderen. Andere deelnemers gaven er in vertrouwde kring wel de voorkeur aan, maar daarbuiten niet. Het kan natuurlijk belangrijk – en veiliger – zijn om niet al te ‘moeilijk’ gevonden te worden.

Vrolijk-rommelige vrijheid

Tegelijkertijd volgen veel non-binaire mensen hun eigen weg. Er bestaat namelijk veel meer variatie dan in de stijlboeken en de Van Dale te vinden is. Zo gaven sommige deelnemers aan dat ze alle voornaamwoorden wel prima vonden – of juist helemaal prachtig. Ook waren er personen die liever afwisselden tussen ‘hij’ en ‘zij’ en één iemand wilde sowieso helemaal niets met welk voornaamwoord dan ook te maken hebben.

Als taalkundige zijn mijn meningen over de taal die ik bestudeer (gelukkig) irrelevant. Maar als mens zie ik iets heel vrijs en vrolijks in de ‘rommeligheid’ van deze data. De gegevens kunnen misschien wat onpraktisch overkomen of moeilijker te begrijpen, maar misschien is dat juist wel heel erg vrij.

Vrijheid anno 2025

Dit jaar is het 80 jaar geleden dat Nederland werd bevrijd. Een mooie aanleiding om eens te kijken of en hoe geesteswetenschappers anno 2025 het thema ‘vrijheid’ tegenkomen in hun onderzoek. Dat leverde drie verrassende invalshoeken op.

Geschiedenis: Ismee Tames over terug- en vooruit blikken
Filosofie: Yara Al Salman over ambtelijk activisme
Taalkunde: Hielke Vriesendorp over vrijheid vinden in taal