Achtergrond: Gaat Europa compenseren voor lagere medicijnprijzen in de VS?
Trump wijst naar Europa, maar de realiteit is complexer
Wereldwijd staat de gezondheidszorg op scherp, na een besluit van de Amerikaanse president Donald Trump. Geneesmiddelen in de VS moeten volgens Trump tot wel tachtig procent goedkoper worden. Tegelijkertijd klinkt er ook een duidelijke boodschap richting ons continent: Europeanen betalen te weinig en dat moet veranderen. Maar wie bepaalt eigenlijk wat een medicijn kost? En welke internationale krachtenvelden spelen daarbij een rol?

Achter iedere euro die wij besteden aan medicijnen, schuilt een ingewikkeld samenspel van belangen, onderhandelingen en regelgeving. Het gevolg is dat een medicijn in het ene land veel duurder is dan in het andere, soms wel tien keer zoveel.
Maar wie bepaalt wat een eerlijke prijs is? En waarom betalen Amerikanen vaak veel meer dan Europeanen? Aan de Universiteit Utrecht doen wetenschappers grondig en fundamenteel onderzoek naar dit soort vragen. Ze ontrafelen hoe het prijs- en vergoedingsbeleid van overheden van invloed is op toegang tot geneesmiddelen. Ze onderzoeken ook welke economische en politieke dynamieken er achter de schermen een rol spelen.
Meer vragen dan antwoorden
Het besluit van Trump klinkt als goed nieuws voor de Amerikaanse burger en onheilspellend voor Europa. Maar vooralsnog roept het besluit vooral vragen op, ook bij de wetenschappers die prijsbeleid onderzoeken.

“Er zijn nog veel vragen over wat het besluit van Trump in de praktijk zal betekenen,” zegt Aukje Mantel-Teeuwisse, hoogleraar Farmacie en internationaal gezondheidsbeleid. “Recent kwam er wel een nadere toelichting vanuit de Amerikaanse overheid. Maar die roept echter meer vragen op dan dat er antwoorden worden gegeven.”
De vraag is bijvoorbeeld over welke prijs Trump het precies heeft. Gaat het om de prijs die de fabrikant vraagt? Of de prijs die een overheid betaalt? Die laatste prijs is echter niet publiek bekend. De onderhandelingen die Europese landen over geneesmiddelenprijzen doen, blijven namelijk geheim. “De prijs die op papier staat, is vaak niet de prijs die uiteindelijk wordt betaald,” zegt Mantel-Teeuwisse.
Tussenpersonen in de VS
Trump zou ook kunnen doelen op de marge die allerlei tussenpersonen in de VS opstrijken. Deze tussenpersonen, waaronder de zogeheten Pharmacy Benefit Managers, onderhandelen tussen verzekeraars en farmaceuten. Zij rekenen daar hoge kosten voor, wat leidt tot hogere medicijnprijzen. Europa heeft deze constructie niet.
Er ligt geen uitgewerkt plan, er zijn alleen grote woorden. Toch kan het voorstel wel degelijk effect hebben
Trump heeft aangegeven dat hij de tussenpersonen in het Amerikaanse systeem buitenspel wil zetten. Dat lijkt sympathiek, maar roept ook weer nieuwe vragen op. Wim Goettsch, hoogleraar Health Technology Assessment, ziet de vragen al meteen opduiken.
“Er ligt geen uitgewerkt plan. Er zijn alleen grote woorden,” zegt Goettsch. “Toch kan het voorstel wel degelijk effect hebben, al was het maar omdat farmaceuten hun posities wereldwijd heroverwegen. Wat er bijvoorbeeld als ze zich terugtrekken uit de Amerikaanse markt? Of, waarschijnlijker: wat als ze proberen hun winst elders goed te maken?”
Waterbedeffect voor medicijnprijzen
Dit ‘waterbedeffect’ is volgens Goettsch best een realistisch scenario. De farmaceutische industrie haalt nu namelijk meer dan 50 procent van haar wereldwijde omzet uit de VS. Europa vertegenwoordigt slechts 20 tot 25 procent. Goettsch: “Het is niet ondenkbaar dat bedrijven druk gaan uitoefenen om Europese prijzen op te schroeven, als ze in de VS worden gekort.”
Trump ziet ook een ‘waterbedeffect’, maar dan andersom. Volgens Trump leiden de lagere prijzen die Europa bedingt tot hogere prijzen voor de Amerikaanse patiënt. Volgens deze redenering moeten medicijnproducenten extra hoge prijzen rekenen in de VS, omdat ze elders in de wereld lagere prijzen moeten accepteren. Door de prijs in de VS te verhogen, kunnen ze uiteindelijk toch nog genoeg winst maken.
Trump wijst niet naar aandeelhouders of dure marketingcampagnes die de kosten opstuwen. Hij wijst naar Europa.
Zo simpel ligt echter het niet, zegt Mantel-Teeuwisse. “Onderzoeken laten bijvoorbeeld zien dat farmaceuten wereldwijd vaak meer winst boeken dan nodig is om hun onderzoek en ontwikkeling te dekken. Maar Trump wijst niet naar aandeelhouders of dure marketingcampagnes die de kosten opstuwen. Hij wijst naar Europa.”
Most-Favored-Nation: een onuitvoerbaar ideaal?
Volgens een persbericht van het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid (HHS) moet de nieuwe prijs voor medicijnen gebaseerd zijn op het laagste bedrag dat betaald wordt in een groep ‘vergelijkbare’ landen. Dit heet de Most-Favored-Nation-prijs. Het gaat daarbij om landen met een vergelijkbaar welvaartsniveau, zoals Duitsland, Zweden en Nederland.
De Europese aanpak bestaat uit zeer complexe procedures, maar leidt doorgaans wel tot veel lagere prijsafspraken met farmaceuten.
Maar het is onduidelijk hoe dit voorstel praktisch uitgevoerd kan worden, stelt Goettsch. Ook hij wijst op grote verschillen tussen de zorgstelsels van de VS en Europa, bijvoorbeeld bij het vaststellen van de medicijnprijzen. Terwijl in de VS tussenpersonen onderhandelen over de medicijnprijs, bepalen in Europese landen publieke zorg-organisaties wat een redelijke prijs is voor een medicijn. Dit doen ze namens overheden en consumenten. De Europese aanpak is gegoten in zeer complexe procedures, maar leidt doorgaans wel tot veel lagere prijsafspraken met farmaceuten.
Onderhandelingen niet openbaar
“En nu wil Trump dat fabrikanten hun Amerikaanse prijzen gaan afstemmen op internationale prijzen”, zegt Goettsch. “Maar die komen dus tot stand op basis van een complex, internationaal samenspel van allerlei organisaties. Bovendien zijn die onderhandelingen niet eens openbaar.”
Gevolgen voor onderzoek en beleid in Europa
De Europese Unie werkt ondertussen aan een herziening van haar farmaceutische wetgeving. Eén van de hete hangijzers is hoe lang een farmaceut als enige bedrijf een bepaald nieuw geneesmiddel mag aanbieden. Hoe langer die exclusiviteit duurt, hoe meer de farmaceut kan verdienen aan het middel.
Hoe lang die exclusiviteit mag duren, wordt nu bediscussieerd door de EU-lidstaten, zegt Goettsch. Lidstaten hebben daar volgens hem duidelijk verschillende ideeën over. De verschillen ontstaan deels doordat in sommige landen belangrijke farmaceutische industrie is gevestigd.
Goettsch: “De Amerikaanse druk zou in deze discussie een rol kunnen gaan spelen, zodat bijvoorbeeld farmaceuten langer exclusiviteit krijgen om hun winstcijfers te behouden. Maar of afzonderlijke landen en de Europese Unie bereid zijn hun systemen te veranderen om Amerikaanse belangen te bedienen, is zeer de vraag.”
Fundamenteel inzicht
Goettsch en Mantel-Teeuwisse analyseren met hun onderzoeksteams niet alleen de gevolgen van een bepaald prijsbeleid. Ze onderzoeken ook hoe waardevol een medicijn is en hoeveel een nieuw medicijn toevoegt aan de veelheid aan medicijnen die er nu al is. Ook bestuderen ze welke dynamieken er spelen tussen beleidsmakers, verzekeraars en farmaceutische bedrijven.
Hun onderzoek is een samenspel van farmaco-epidemiologie, analyses van farmaceutisch beleid, economisch onderzoek en internationale vergelijkingen. Goettsch: “Het lastige is dat we zelden precies weten wat de werkelijke prijs is, laat staan wie wat verdient.” Hij wijst erop dat farmaceuten weliswaar hun winstcijfers bekendmaken, maar niet hoe die winst tot stand kwam. Het is dan ook niet bekend hoe de winst is opgebouwd uit verdiensten afkomstig uit de diverse werelddelen waar een farmaceut actief is.
Als we willen dat medicijnen toegankelijk en betaalbaar blijven, moeten we beter begrijpen hoe de markt werkt en waar het soms misgaat
Onderzoek van hun groep richt zich daarom steeds vaker op opbrengsten per geneesmiddel, wereldwijd. Maar ook dit soort gegevens blijven vaak geheim, wat het onderzoek bemoeilijkt. “Toch is dit werk zeer belangrijk,” zegt hij. “Als we willen dat medicijnen toegankelijk en betaalbaar blijven, moeten we beter begrijpen hoe die markt werkt en waar het soms misgaat.”